In de drie maagden
(No. 62)
Behoorde eens aan Gerlacus Arnolduszoon van Cleeff, als weduwnaar van Oda, dochter van Willem van den Vest, en aan anderen; zij verkochten 21 Februari 1558 (Reg. n°. 201 f. 509) dit huis, dat toen gezegd werd te zijn: huis, erf, plaats en achterhuis, staande in de Kerkstraat tusschen dat van Jan Scheffer ex uno en dat van Henrick Thomaszn ex alio, aan Thomas, zoon van mr. Jan van Turnhout en echtgenoot van Catharina van Eyck, de dochter van Jan en Petra, de dochter van Jacob van Eyck, welke Catharina in de Bossche Schepenakten dan eens genoemd wordt die turfmaister dan weder die karsmeester. In 1562 (Reg. n°. 207 f. 286) verleende hij uit dit huis eene grondrente tot het lezen van twee H.H. Missen in de kapel van het H. Kruis te Vught 1). Later was, zooals wij op blz. 362 reeds zagen, eigenares van dit huis zijne kleindochter Elisabeth, de huisvrouw van Jan Kuysten.
| 375 |
Noten |
1. | Men zie hierover Dl. I. p. 246 noot 1. |
De voorname Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch II (1910) 375-375